Verslag GKC
Goed. Hoog tijd om weer eens wat input te geven aan onze eigen site, en gelukkig is mij gevraagd verslag te doen van onze belevenissen tijdens de Gerrie Knetemann Classic.
Na het nodige getut in alle vroegte op kantoor, technisch geleuter over bandenspanning en geklungel met een bikechip, waarvan je alleen al door de manier van bevestiging onmiddellijk kon zien of er een serieuze fietser dan wel een beginnende prutser naast je stond, gingen wij met een dolenthousiaste groep van bijna 30 man om 8.00 s’morgens op weg naar het Olympisch stadion voor de GKC.
Dit wel pas nadat wij door Mike Khattab op fantastische wijze waren voorzien van broodjes, koffie en thee en een bemoedigend woord. Mike wenste ons nog succes maar grijnsde daarbij zo breed dat ik mij niet aan de indruk kon onttrekken dat hij dacht ons nooit meer terug te zien. Dit ondanks onze zeer professionele uitrusting.
Bij het Olympisch stadion aangekomen bleek direct dat onze groep misschien wel de grootste was van alle deelnemende teams. Wij voelden ons dan ook meteen heel belangrijk. Helaas hadden wij op dat moment nog geen vlag welke wij ceremonieel het stadion konden binnendragen, maar dat wij hier indruk maakten stond voor mij meteen wel vast.
Plechtig betraden wij de Olympische arena, op zoek naar het ontvangst commitee onder leiding van Mw E. Terpstra wat er echter niet bleek te zijn. Toen dat duidelijk werd zijn we subiet van start gegaan.
Het werd een dolle rit.
Na een niet al te lang durende behouden start begon de heer D. Murk op kop te rijden, en gingen we harder, harder en nog harder. Al snel wees mijn klokje een snelheid aan van 42km p.u. en wist ik dat dit niet heel lang goed zou gaan…
Natuurlijk liet aanvankelijk niemand zich kennen. Het werd echter al heel snel heel stil in onze ploeg. Na een kilometer of 30 dreigde het merendeel van onze renners volkomen uitgeput in de berm te belanden. Dit terwijl de totaal af te leggen afstand toch echt 150km was. Op dat besloten wij vrijwel unaniem het kleine groepje idioten (storend aangevoerd door de heren Murk, van Son en Apswoude) op kop te laten voor wat het was en daalde ons tempo tot een dragelijke 31 km per uur.
Daarna ging het een stuk beter.
Bij de 1e verversingspost aangekomen bleek dat de snelle vluchters daar ook nog stonden uit te puffen. Grote verhalen natuurlijk over het inhalen van brommers en meer van dat soort onzin. Onze vluchters hadden vervolgens verdacht weinig haast meer en wij gingen gezamenlijk op pad voor deel 2 van ons avontuur. Vrijwel direct na vertrek kreeg Frank Apswoude een lekke band. Althans dat werd met veel kabaal geroepen. Het hiervoor al genoemde illustere trio dook direct de berm in om zich te ontfermen over deze onverkwikkelijke zaak. Begrijpelijk want de fiets was net nieuw, en dan al lek, da’s geen reclame voor Dasia.
Frank was overigens nooit verteld dat ook een Loekie band nog lek kon gaan en stond daar zonder ook maar een ventieldopje op zak. De Dasia mobiele service bleek echter subliem.
Het resterende deel van het team zette op dat moment direct een verwoestende versnelling in. Zeer effectief want ze zijn niet meer bijgekomen. Sterker nog, de gedoodverfde favoriet voor de eindzege, voormalig prof. de heer D.M. uit H hebben we zelfs helemaal niet meer gezien! Hij schijnt uiteindelijk schuimbekkend en dolende door Bloemendaal te zijn herkend door zijn vriendin, die hem thuis in bed heeft gestopt.
Dat is een wijze les. Onderschat dus nooit de kracht van getergde amateurs op leeftijd.
Naarmate wij dichterbij het Kopje van Bloemendaal kwamen nam de nervositeit in onze gelederen echter per kilometer weer toe. Vele pogingen om weg te komen deden zich voor. Mannen die wij nog niet op kop hadden gezien sprongen met veel vertoon weg uit onze ploeg maar werden steeds weer ingerekend. Dit allemaal vanwege het aparte klassement en omdat een ieder als eerste op het Bloemendaalse kopje wilde staan.
Met een gangetje van tenminste 40km p.u vlogen wij over de Elswoutslaan. Wegwijzers werden volstrekt genegeerd, fietspaden vermeden, de autobaan was van ons. Toeterende automobilisten kregen een middelvinger en bejaarden doken met hartkloppingen de struiken in. Wij waren los, en waanden ons allen Marc Cavendish. Hoezo een wielertocht ten behoeve van de gehandicapte sporter! Aan de kant of je bent er ook een! Dat was onze moraal!
Helaas hielden we dit niet heel lang vol waardoor we uitgeput aan de voet van het Kopje arriveerden. Tot overmaat van ramp zijn daar vervolgens heel flauw de enige filmopnames van de GKC gemaakt waardoor onze wielerploeg niet die uitstraling op film heeft gekregen welke eigenlijk bij ons hoort. Uitzondering was de heer van Son, maar die was ook lekker uitgerust van alle bandenplak-sessies onderweg. Ook Olav bleek namelijk een platte band te hebben gekregen en ook hij maakte gebruik van de mobiele Dasia service.
Aldus eindigde Michael van Son op de 1e plaats in de klimtijd van onze ploeg en is hij zelfs bij de 1e 10 geeindigd in het totale klassement.
Na deze bergbeklimming ging het met onze ploeg snel bergafwaarts. We zaten al dik boven de 100km en dat was voelbaar. Na een kilometer of 125 te hebben gereden en lief en leed te hebben gedeeld besloten o.a. Hugo en Marcello dat het tijd was voor een laatste demarrage. Op dat moment hadden wij geen antwoord meer en dus kwamen deze gluiperds als 1e in het Olympisch stadion aan. Ze mogen dan ook nooit meer mee.
De rest van onze groep druppelde daarna gestaag ook binnen, met aan het einde de gangmakers van het 1e uur. Dion M. hebben wij niets meer van vernomen.
Daarna terug naar kantoor waar Mike een perfecte lunch had klaarstaan waarna een ieder gelukkig huiswaarts ging.
Mannen, het was Top. Volgend jaar weer en dan reserve banden mee !