Willem Smeets

Egmond Pier Egmond

Gisteren was andermaal een bijzondere dag. Mijn eerste fietsrace en wel onder barre omstandigheden. 

Na mijn ervaring van de laatste trainingsarbeid van vorige week zondag was ik helemaal niet gerust gesteld. Ik ging met een paar schaatsfanaten, die beduidend meer ervaring hebben met glad ijs (c.q. wegen), de laatste trainingsarbeid verrichten op de Haarlemmermeerse natuurijsbaan. Mijn evaluatie na drie valpartijen leverde het volgende resultaat op: een kapotte derailleur, een paar blauwe plekken, pijnlijke botten en vooral een gekrenkt ego. Kortom geen geruststellende en motiverende voorbereiding voor mijn eerste fietsrace. De kapotte derailleur kon gelukkig snel door Dasia worden verholpen (als dank heb ik nog wat spulletjes gekocht). De rest moest op een andere wijze herstellen. 

De weersvooruitzichten van Egmond waren verre van bemoedigend. Vooral de (tegen-)wind baarde mij zorgen. Ik haat tegenwind, vooral op de fiets (iedere politieke partij die dit weet te verbieden kan rekenen op mijn steun). Veilig verscholen achter hoge ruggen probeerde ik op de heenweg zoveel mogelijk uit de wind, de zee en het mulle zand te blijven. Dat lukte niet altijd. Ondertussen telde ik de kilometers af naar de pier. Ik werd op de been (eigenlijk de fiets) gehouden door het vooruitzicht dat het keerpunt alleen trappend kon worden benaderd. Daar wachtte het welverdiende toetje: volop de wind in de rug en gaan met die banaan. Wat een plezier. Niets krom gebogen hangen over dat stuur, maar zo breed mogelijk maken. 

Fysiek gesloopt, verkleumd en moe, maar tevreden heb ik 's avonds het thuisfront getrakteerd op een snurk symfonie. Na het zien van de uitslagen en concludeer ik dat er nog wat trainingsarbeid te doen is. Maar dat geeft niet. EPE geeft hoop!